Mobieltje
Regelmatig komt ie in het nieuws als verslavend, slecht voor de ogen, slecht voor de nek, slecht voor de houding, slecht voor de concentratie. Via apps als Insta, TikTok, Snapchat is ie ook slecht voor het zelfbeeld en soms ronduit gevaarlijk door idiote challenges. Ik heb het natuurlijk over de mobiele telefoon. Een heel handige uitvinding. Overal kan je bellen, appen enz. en je bent altijd en overal bereikbaar. Je kunt dus ook altijd en overal online gepest worden. Toch is het mobieltje niet meer weg te denken en heeft ie ontegenzeggelijk voordelen.
Zelf dacht ik heel aanmatigend dat de verslaving wel meeviel
bij mij. Ik heb geen socials op mijn telefoon, behalve whatsapp en e-mail. Ik neem
hem niet mee boodschappen doen of de hond uitlaten en vergeet thuis regelmatig
waar ik hem nu weer heb neergelegd. Generatiedingetje, dacht ik. Dat het
mobieltje slinks veel dieper in mijn leven was gedrongen dan ik in de gaten had
bleek wel toen ik hem vergat mee te nemen op weg naar ergens.
‘We hebben wel contact over het avondeten’, zei ik bij vertrek
tegen mijn echtgenoot. ‘Ik kan langs de winkel lopen als ik terugkom.’ We
wisten niet wie van ons het eerst thuis zou komen, vandaar. Eenmaal op het
perron, wachtend op de trein, kwam ik er achter dat ik mijn telefoon thuis had
laten liggen. Geen tijd meer om terug te gaan, en waarom ook … Nou, om dus
contact op te nemen over dat avondeten bijvoorbeeld. En stel de trein heeft
vertraging of komt niet … Stel ik mis de aansluitende bus … Dan kan ik niemand
op de hoogte stellen dat ik later kom. Stomverbaasd over mezelf stapte ik in de
trein, die keurig op tijd kwam. Belachelijk toch dat ik zo baalde omdat dat
ding thuis was blijven liggen.
Wachtend op de bus zag ik de meeste andere wachtenden op hun
telefoon bezig met iets en vroeg me af of ik per ongeluk bericht zou hebben van
mijn zoon, waarheen ik op weg was, met één of andere mededeling of vraag. In de
bus vroeg ik me wederom af waarom ik zo baalde over het vergeten apparaat en me
zelfs enigszins onrustig voelde. Het grootste deel van mijn leven heb ik zonder
doorgebracht. Ik heb mijn jeugd overleefd, mijn jonge jaren ook en ik pakte de
fiets, tram, trein en bus en later de auto zonder onderweg contact op te kunnen
nemen. Ook allemaal overleefd. En kwam ik iets later ergens aan, dan was dat
gewoon zo. Niemand die dacht: ‘dan had je toch even kunnen appen.’ Want dat
bestond nog niet. Geeft het bij me hebben van een telefoon dan zoveel niet te
missen gemak, of gaat het ook om het gevoel van veiligheid? Altijd een lijntje
met ‘de rest’ hebben? Voel ik me dan zo onveilig? Niet toch? Wel?
Ik besloot heel praktisch om mijn zoon bij aankomst aan mijn
man te laten weten dat ik telefoonloos was, op weg terug naar huis het soort
eten in te slaan wat ook een dag later klaargemaakt kan worden, voor het geval
de echtgenoot ook al boodschappen zou hebben gehaald en me niet belachelijk te
maken tegenover mezelf door me dwars te laten zitten door ‘geen telefoon’.
Bij zoon aangekomen bleek deze het al te weten. Hij had
inderdaad een bericht gestuurd of ik iets mee kon brengen, indien ik met de
auto was. Dat was ik niet, dus geen gemiste kans daar. Mijn echtgenoot had al
gebeld met de mededeling dat ik mijn telefoon was vergeten. Het maakte me
duidelijk dat we er een soort gezinslid bij hebben. De handige, verrekte, opdringerige
mobiele telefoon. En dat ik geen haar beter ben dan de rest.
(fotobron: Wikipedia)
Zo herkenbaar Franziska 📱☺️☺️
BeantwoordenVerwijderen