maandag 30 juni 2014

Opa en oma en oud?


Kleinkinderen zijn geweldig. Dat weten elke opa en oma. Wij waren direct toen de eerste zich aandiende enthousiast. Oppassen? altijd! En ook nu we er vier hebben is dat nog steeds qualitytime. Ik vond mijn eigen kinderen ook geweldig hoor. Al die ontwikkelingen en het gaat nooit vervelen want elk kind is weer anders, met eigen aardigheden en een eigen karakter. Bij je eigen kids moet je alleen ook altijd gewoon huishouden. Boodschappen doen, wassen, poetsen, tuinieren enz. Bij de kleinkinderen zet ik dat gewoon opzij. Nou ja, ze krijgen wel eten natuurlijk en we gaan wel wandelen en een boodschapje doen, maar de was doen....? Nee echt niet. Strijken? Absoluut niet. Ramen zemen? Whahaha! Nee, wij gaan lekker spelen, verven, flesjes geven, eendjes voeren, tikkertje doen, ballen, naar het dierenparkje, naar de ballenbak enzovoort. We houden ons aan de regels van papa en mama, maar we hoeven niet op te voeden en ze zijn sowieso allemaal totaal perfect.

Soms zijn opa's en oma's natuurlijk echt oud. Soms kom ik echter ook wel eens een oma tegen (ongeveer van mijn eigen leeftijd) die zegt dat ze oud is, nu ze dus oma is. Hoezo, denk ik dan? Ik ben niet ouder geworden hoor. Tenminste niet ouder dan ik ook geworden zou zijn als ik nog geen oma was. Het is juist heel opwekkend te merken dat ik nog steeds met kinderen rond kan sjouwen, op mijn hurken kan zitten, kan rennen en weet ik wat allemaal. Dan merk ik juist dat ik best nog jong ben. Okay, niet zo jong als ik soms denk, maar oud ga ik me zeker niet voelen door het simpele feit dat ik oma ben. Volgens mij heeft opa daar ook geen last van. We zijn wel moe als de kleinkids 's avonds naar huis gaan, maar volgens mij was ik dat vroeger met mijn eigen kinderen ook. Alleen gingen die niet naar huis, maar naar bed. En wees eerlijk, zijn niet alle jonge ouders met kleine kinderen constant moe? Of in ieder geval regelmatig? Opa en oma zijn hoogstens een ietsiepietsie vermoeider, haha!
Misschien zijn het vooral mensen die (nog) geen opa en oma zijn die de relatie leggen met 'oud'. Laatst kwam ik een kennis zonder kinderen tegen die ons met de kleindochter zag lopen. 'Goh, jij bent al oma', zei ze. 'Al aardig grijs ook. Ja, nu word je echt oud. Dat heb ik dan weer niet', lachte ze. 'Ah, de bron van eeuwige jeugd', lachte ik terug. Maar eigenlijk denk ik dat ik die heb als ik begroet word door stralend lachende kleinkinderen.



vrijdag 20 juni 2014

Mobiel

Laatst belde mijn tante mij. Tegenwoordig doet ze dat op mijn mobiele telefoon. Lang had ik nog speciaal voor haar ook mijn vaste nummer, maar dat is niet meer nodig. Haar tablet gaat ze binnenkort ook uitvogelen. Ik weet nog wel dat ik voor het eerst een mobieltje had. Nou, 'tje'.... Het was behoorlijk groot. Wat we nu een koelkastje noemen. Hij deed het meestal niet. Vooral niet als ik hem eens nodig had. Later ging ik voor het Brabants Dagblad werken en dat was het moment dat ik besloot een echte, behoorlijk werkende, mobiele telefoon nodig te hebben. Het werd een ladyfoon. Van Samsung. Ik kon er mee gebeld worden, bellen en sms-en en als ik echt wilde kon ik er ook een foto mee maken. Heel klein. Het schermpje was echt te klein om mee te internetten. Jaren ging hij mee. Zo klein en handzaam. Ik was er aan gehecht. Na een jaar of 7 begonnen de toetsjes toch te haperen en er kwam een smartphone. Ja! Ik kan nu appen! En dat is kei-handig. En sms-en maar dat doe je dan bijna niet meer. Mijn mail kan ik nu overal lezen en beantwoorden en de foto's zijn schitterend! Ontelbare foto's van mijn kleinkinderen en van cupcakes. Iets op internet opzoeken doe ik nog steeds niet zoveel per telefoon, maar het kan wel en is nog leesbaar ook. Als ik tenminste mijn bril op zet.

Sinds mijn eerste mobieltje ben ik natuurlijk overal bereikbaar. Als ik net aan de kassa sta, of achter het stuur zit en dus niet op kan nemen, op de fiets waar ik altijd te laat ben tegen de tijd dat ik hem te pakken heb, of mobieltje ligt beneden op tafel en ik ben op zolder was ophangen.... Ik ben toch niet echt van de mobiele generatie geloof ik. Wel ben ik blij met de ontwikkeling. Als ik er nu aan denk hoe ik als kind door bossen zwalkte, of de bus miste en dan van St. Oedenrode naar huis liep, zonder dat mijn moeder enig idee had waar ik uithing, ben ik nu erg blij dat mijn kinderen een mobieltje in hun zak hadden en hebben. Het is ook best grappig om op de meest vreemde plaatsen een totaal normaal gesprek te voeren met iemand die geen idee heeft waar jij nu bent. Trouwens, ik weet ook niet waar de 'iemand' is. Het enige nadeel is dat mijn ladyfoon maar 1 keer in de 2 dagen ofzo aan de lader moest. Mijn smartphone echter moet elke dag aan de beademing en als ik telefoneer is de batterij zo leeg. Een smartphone is kennelijk niet meer echt om mee te bellen. En je hebt wel eens van die dagen dat de foon vaak rinkelt. Nou ja, zijn ringtone laat horen. Op zulke dagen vind ik mezelf staand, vlakbij een stopcontact, waar de stekker van de oplader zit, andere eindje in mijn telefoon. 'Heeft u even een momentje? Mijn telefoon is bijna leeg. Even de stekker er in doen.' Het is nog een kortere draad dan die mij eerst via de vaste telefoon aan de muur kluisterde. Mijn tante heeft een ouderwetsere versie. "Zo, ik zit al lekker op bed televisie te kijken hoor", zegt ze dan. Ik niet. Ik sta heel mobiel naast de kachel en kan wel 2 stappen heen en weer lopen, vastzittend aan mijn kabeltje.

zondag 15 juni 2014

Gekte

En dan heb je een boek geschreven. Heel dun maar overigens. Na een week ongeveer begon de media er lucht van te krijgen en na een stuk in de Volkskrant en Brabants Dagblad begon de molen te draaien. Dat had ik nou ook weer niet verwacht. 'Is het echt zo boeiend dan', dacht ik. De redactie van Knevel en vd Brink belde. Ze wilden ons in de laatste utzending van het seizoen hebben. Eh, ons? Vroeg ik. Na het stuk in de Volkskrant, het enige interview dat we samen zouden geven, waren we daar niet voor te porren. Op zich een aardig stuk, maar ik had niet het idee dat het om het boek en de diepere bedoeling daar van ging. Logisch misschien dat de aandacht vooral naar Willem uit ging. 'Zal ik maar gaan strijken', dacht ik op een gegeven ogenblik. Niet dat ik zo graag het middelpunt wil zijn, maar ik wilde met het boek een bepaalde boodschap uitdragen en die kwam niet over.'Dit doen we dus niet meer', was de conclusie. Dus ook niet bij K&vdB en sowieso niet met ons hoofd op tv. Wel blij was ik met het prima stuk in het Brabants dagblad. Zo had ik het bedoeld en dat maakte veel goed.

Ondertussen kreeg ik twitterberichtjes (ja, nu snap ik hoe het werkt) van radioprogramma's dat ze contact wilden, of telefoontjes. Ook Boekscout werd gebeld om mijn gegevens te krijgen. Of ik aan wilde schuiven bij eenvandaag, spijkers met koppen en omroep Brabant en of ik nog ergens op tv wilde. Het werd best hectisch. Ik kan me voorstellen dat een mens overweldigd wordt door zo veel aandacht en overal op in wil gaan. Met een ander soort boek had ik dat vast gedaan (al zou daar waarschijnlijk niet zoveel aandacht voor zijn geweest) In mijn geval besef ik wel dat het ook veel onrust brengt. Het boek is niet onbeladen en ik heb geprobeerd de balans te bewaren tussen wel en geen media-aandacht. Om dezelfde afweging blijft het ook bij de twee gegeven interviews en heb ik de plaatselijke krantjes niet eens benaderd. Enige onrust veroorzaak ik echter wel en al probeer ik daar in terughoudend te zijn, voor degenen die er last van hebben is natuurlijk alles te veel. Ik begrijp dat. Dus in plaats van eenvandaag, pastte ik op de kleinkinderen en terwijl omroep Brabant en spijkers met koppen gewoon met hun gasten in gesprek gingen, was ik daar niet. Ik was lekker in Tivoli, met de andere opa's en oma's van ons oudste gezamenlijke kleinkind. Een superleuke dag, ons aangeboden door de superlieve ouders van dat zelfde kleinkind. Hadden we voor geen goud willen missen!

Toch komen er best veel reacties op het boek, waar ik erg blij mee ben. Vaak begripvol, soms verrast. Vaak complimenteus ook, waardoor ik vast van plan ben door te gaan met schrijven. Soms vult het boekje hiaten op in het verhaal, bij mensen die dat deels mee hadden gekregen. Door de bank genomen zijn de reacties van lezers absoluut positief. Dank jullie wel!

En nu over tot de orde van de dag; Voetbal!!!!

maandag 9 juni 2014

Twitter vs fb

Ik ben een beetje in de war van al die vreemde dagen. Dat heb ik wel vaker, in de war zijn, maar met de loslopende feestdagen in mei/juni heb ik dat helemaal. Na goede vrijdag en hemelvaart, waar ik al wat over blogde, hebben we nu pinksteren gehad. De Heilige Geest is nedergedaald. Bijna 2000 jaar geleden door Jezus gestuurd om zijn discipelen de bagage te geven die ze nodig hadden, om als eersten van het geloof daar getuige van te doen. In het Jodendom van Mozes werd met pinksteren geofferd aan God. Wat van de eerste graanoogst en eerste vee dat werd geboren. De eerste Christelijke discipelen werden niet geofferd, maar werden wel gezien als de eersten van 'de oogst'. Is de hele oogst eenmaal binnen, dan begint de eindtijd die volgens Jehova Getuigen al een paar keer begonnen is. Tsja, ik weet het niet. In ieder geval denk ik nu steeds dat het morgen maandag is.

In ieder geval hadden we mooi een extra vrije dag. Dat kwam me goed uit want zaterdag en zondag heb ik gewerkt en nu kon ik lekker uitrusten en kijken wat ik had gemist in de social media. Op fb waren genoeg leuke berichten om te liken en ook een hele mooie lieve reactie op mijn boek. Thanks :)
Op twitter is dat toch een heel ander verhaal. Natuurlijk is het ook een ander ding, voor een ander doel en ik weet dat veel mensen het geweldig vinden. Ze gebruiken het zakelijk, of voor wat dan ook en zien het als een belangrijk hulpmiddel om ergens te komen. Het ligt dus vast aan mij. Ik zie vooral een hoop kreten, lees soms iets interessants en ja ik kom ook gelijkgestemden tegen. Wat me vooral heel erg tegenstaat aan twitter is het hoge gehalte aan tweets van laag niveau. Hatelijke, racistische tweets, in mijn tl vooral gericht tegen Nederlanders van marokkaanse komaf. Wat er wordt geroepen is niet mis en lijkt soms recht uit 1938 te komen, alleen hadden toen de Joden de hoofdrol. Ik krijg het er redelijk benauwd van. Een mens is toch in de eerste plaats een mens. Niet een Moslim, Jood of homo of wat dan ook. Pfff, nee. Na een tijdje op twitter is facebook gewoon een verademing. Heerlijke plek waar mensen aardig tegen elkaar zijn en dingen leuk vinden. Waar vrienden iets posten en anderen dan roepen 'vind ik leuk'. Ja, dat vind ik leuk.

zondag 1 juni 2014

Weer spannend

Het is nu echt zo ver...
De eerste boeken zijn op de matten gevallen, of in brievenbussen gegleden, bij mensen die het hadden besteld. Een van mijn schoonzoons was de eerste die liet weten lezend in de tuin te zitten. Meteen sloeg de nervositeit toe. Ojee, buiten mijn schoonzoon zijn er bij nog zo een dertig mensen de boeken binnen gekomen dan. Ojee! Een boek schrijven is een ding, het uitgeven een vrij spannend tweede ding, maar dat het dan dus ook gelezen wordt is weer een heel vreselijk spannend derde ding. Wel logisch waarschijnlijk en ook waar een schrijver op hoopt, dat haar boek gelezen wordt, maar dus ook echt spannend. Het is in mijn geval een inkijk in ons echte leven. De eerste reacties waren hartverwarmend en balsem voor de ziel. Ontzettend bedankt!!

Zelf had ik ook nog twee extra exemplaren besteld maar terwijl de berichtjes binnenkwamen per mail en app over ontvangst, lieten mijn eigen exemplaren op zich wachten. De post komt wel vaker later bij ons, zeker als het mooi weer is. Ik hoor daar wel eens over mopperen in de straat. Ligt onze postbode dan te zonnebaden? Nee, echt niet! Wat doet hij dan wel? Daar kwam ik achter toen ik laatst in de voortuin onkruid aan het wieden was. Op het moment dat ik even de rug strekte kwam onze postbode, die een oude vriend van mij is, de straat ingefietst. Niet met de post, maar wel op de duofiets van het verzorgingstehuis, met naast hem een duidelijk genietende oude dame. 'De post komt wat later vandaag!', riep hij vrolijk. Ik zwaaide, lachte en plukte door. Een tijdje later zag ik hem weer terug fietsen, de dame nog steeds genietend naast hem, en kort daarop kwam hij op zijn postbodefiets weer langs. 'Geen post vandaag, ook geen slecht nieuws!', riep hij naar me. 'Mooi zo!', riep ik terug. Met een brede glimlach wijdde ik me weer aan de tuin. Hoe laat die post ook komt, onze postbode is de beste die er is.

Mijn eigen boeken zijn uiteindelijk ook binnen gevallen en liggen gesigneerd en voorzien van een boodschap klaar voor degenen voor wie ze zijn.