dinsdag 17 september 2019

Het geheim van de Veste

De Veste is het centrum van Brandevoort. Een prachtig staaltje bouwkunst, vind ik, met grachtjes en panden die in de trant van een vestingstadje zijn gebouwd. Behoorlijk nieuw nog, maar echt, ik waan mij daar in een andere tijd. Met onze komische hond, die in mijn vorige blog de hoofdrol had, doorkruis ik met regelmaat Brandevoort. Rondom de Veste, door de ecozone, is werkelijk een prachtwandeling. In het hart van de Veste liggen de winkels, waar ik uiteraard ook regelmatig kom. Een mens moet eten. Elke vrijdag is er een biologische markt onder de overkapping, de Markthal. U hoort het, ik geniet van Brandevoort. In de winter, als ik in het donker met de trein vanuit Eindhoven kom, zie ik de lichtjes langs de dakgoten en lijken ze me te verwelkomen. Thuis in Brandevoort. Heerlijk.

Leuk, zult u denken. Maar wat is nou dat geheim? Dat ik het zo mooi en prettig vind hier? Nou nee. In diezelfde Veste lijkt iets in de lucht te hangen, waardoor praktisch geen één voetganger ooit naar links of rechts kijkt bij het oversteken. Laat staan naar links én rechts. Dwars door de Veste loopt een lang fietspad. En nee, het is niet aangemerkt als voetgangersgebied waar de fietser dus iedereen voor moet laten gaan die loopt. Het is een echt fietspad. Mensen dwalen zonder opkijken van de stoep het fietspad op, lopen op het fietspad, strikken er omstandig hun veters, waarbij ze gebukt midden op het fietspad blijven staan. Het liefst heel plotseling, zodat ik zeer langzaam achter hen fietsend toch nog maar net op tijd kan stoppen of uitwijken.

Kom ik vanaf het station, vooral in het donker, dan merk ik dat ook buiten het fietspad amper wordt omgekeken voordat andere treingasten van de stoep de weg oversteken, richting fietspad. En echt, er rijden ook auto's. Iets maakt mensen dus heel relaxed daar in de Veste. Vol vertrouwen dat ze veilig kunnen wandelen. Op of naast de stoep.

Mij maakt het niet uit. Ik vind het niet erg hoor. Maar toch, twee keer ben ik aardig verrast. Eén keer ontweek ik een voetganger van rechts, en raakte daardoor bijna de voetganger van links. Beiden hadden mij op mijn fiets, op het fietspad, niet in de gaten gehad.
Een ander keer was ikzelf enigszins afgeleid. Ik was moe, het was donker en iemand die het ene moment nog rechtuit over de stoep liep, besloot plots over te steken. Uiteraard, zoals het geheimzinnige elixer in de Veste veroorzaakt, zonder op te kijken.

Nogmaals, dit is geen beklag. Ik hou van relaxte mensen. Ik vind het niet erg om goed op te letten, op dwalende, veters strikkende, aardige mensen. Maar soms ben ik zelf ook even afgeleid, kijk toevallig de andere kant op, of ben moe. Dus mensen, ik neem niemand iets kwalijk. Mocht ik ooit bijna tegen jullie opfietsen, neem het mij dan ook niet kwalijk. Wijt het gewoon aan het geheim van de Veste.

zondag 15 september 2019

Hondenleven

Vandaag gaat dit blog over mij! Fynn dus. Ik ben een hond, zoals jullie misschien weten. En ik ben niet zomaar een hond, nee, ik ben de meest komische en lieve hond die er maar bestaat. Dat vind ik zelf tenminste wel. Zodra mijn vrouwtje naar de keuken loopt, zit ik dan ook klaar om iets lekkers in ontvangst te nemen. Dat verdien ik toch zeker? Mijn vrouwtje snapt dat nog niet helemaal geloof ik.

Energiek als ik ben, ga ik heel graag uit wandelen. Gelukkig wandelen mijn mensen ook graag. Dat moet wel, want ze nemen me mee bij warmte, kou, nattigheid, licht of donker. We hebben heel veel routes in de buurt en ook heel veel andere honden en mensen. Heel veel van die andere honden zijn mijn vrienden en dan wil ik heel graag spelen. Dat kan ik reuzegoed. Ik ga altijd meteen op straat liggen als ik een vriend aan zie komen. Ook als hij nog ver weg is. Geen beweging meer in me te krijgen. Helaas willen niet alle honden altijd spelen. Soms lopen ze zomaar door met hun mens. Snap ik niet hoor. Met een zucht sta ik dan op en wandel verder.

Water ben ik ook heel gek op. Ik wil altijd wel zwemmen en soms mag dat ook! Jammer genoeg niet bij elke wandeling. Kan best, want er is heel veel water hier. Ik probeer altijd een onbewaakt ogenblik te vinden om mijn vrouwtje er gewoon in te trekken, maar het lukt niet. Ze snapt denk ik niet hoe leuk zwemmen is. 

Ik ben ook heel nieuwsgierig. Stapt er iemand uit een auto? Ik wil er naar toe. Komt er iemand uit een voordeur? Ik wil er naar toe. Dat mag niet van mijn vrouwtje. Zelfs niet als  mensen op straat heel veel lawaai maken en dus echt mijn aandacht trekken. Toen ik zo vaak achterom keek dat ik met mijn kop tegen een houten paaltje liep, lachte mijn vrouwtje me zelfs uit! Ze zei, 'dat komt er nou van Fynn'. Ja zeg... 

's Avonds laat wandelen vind ik ook leuk. Dan is het donker en zijn er minder mensen en meer dieren. Hele leuke dieren. Katten bijvoorbeeld. Die maak ik graag aan het schrikken, maar ik doe ze niks hoor. Of muizen, tussen het gras. Die zijn heel snel! Mijn vrouwtje moet dan lachen, omdat ik hele rare sprongen maak. Ik zei toch dat ik komisch ben ... 
En laatst zag ik superleuke beestjes lopen op een grasveldje vlakbij huis. Meteen zette ik koers naar ze toe, maar het mocht weer eens niet van het vrouwtje. 'Dat is niet verstandig Fynn', zei ze. Ik weet niet wat verstandig betekent. We bleven wel even staan kijken naar die leuke beestjes. Vrouwtje liep door, ik moest mee. 'Dat zijn egeltjes' Fynn, zei ze. 'Daar kan je niet mee spelen'. Ik weet niet wat egel zijn betekent. Ze zagen er heel gezellig uit. Ik wilde wel met ze spelen en ik bleef  maar omkijken. Gelukkig stond er dit keer geen paaltje in de weg.