Nooit weer … toch … ?
1943, een bovenwoning in Amsterdam. De gevreesde bonk op de
deur. Julia Zetter-Querido heeft haar broer Maurits op bezoek en hij ziet hoe
doodsbang ze is. Julia had niet willen onderduiken omdat ze een kleinkind heeft
waarvan ze niet wil scheiden. Ze had erop gegokt dat een oude vrouw zoals zij
(65) wel met rust gelaten zou worden. Wat moesten de nazi’s nou met haar …
Niets, zo bleek. Maar anders dan ze had gedacht. De tengere oma werd eerst in
een vrachtwagen gejaagd, om daarna in een veewagen richting Auschwitz te gaan,
rechtstreeks naar de gaskamer. Nee, de nazi kon niets met haar.
Julia was mijn overgrootmoeder en ik ken haar en haar verhaal, doordat haar jongere broer Maurits diverse kampen overleefde en ik zijn jongste dochter, mijn achter-achternicht nog heb gekend. Zij bereikte een respectabele leeftijd en vertelde over mijn overgrootmoeder, die haar lievelingstante was omdat ze zo lief en zacht van karakter was. Nee, daar kon de nazi niets mee.
Het kleinkind waar Julia zo aan was gehecht was mijn moeder,
die de oorlog overleefde. Ze overleefde, met haar joodse moeder en haar vader
die in het verzet zat de oorlog inclusief de hongerwinter. Net zoals haar
jongere broer en zusje. Het zusje dat bijna stierf die winter, maar bleef leven
en nu diep geraakt is door de hongerende en stervende kinderen in Gaza. Zij was
zo een kind. Een kind uit een gezin dat niets betekende voor de bezettende
macht. Beschouwd werd als ongedierte dat je moest ‘ausradieren’. (uitroeien,
wegvagen). Iets dat door extreem rechts in de Israëlische regering gewoon wordt
gezegd over de Palestijnse bevolking. Een frontale botsing in mijn hoofd.
Dat ikzelf besta en mag leven is dus helemaal niet
vanzelfsprekend. Hele gezinnen werden, net als nu in Gaza, weggevaagd,
inclusief de mensen die om hen konden rouwen. Regelmatig krijg ik het koud bij
de woorden en beelden die ik hoor en zie en waarvan mijn voorouders ook
slachtoffer waren. Wat zij hoorden, zagen en uiteindelijk overkwam. Op 4 mei
herdenk ik ook hen.
Via de media komen de doodsbange, wanhopige, zieke, gewonde, stervende
kinderen dagelijks mijn woonkamer binnen. Gazaanse kinderen. Ik ben er
kotsmisselijk van dat de nazaten van een vervolgd volk zich lenen voor een
‘verdediging’ die allang niet meer in proportie is, en vooral is bedoeld om
Netanyahu in het zadel te houden. Het is Israël en het joodse volk onwaardig.
Iedere rode lijn zou allang overschreden zijn als hij er was,
zowel in menselijk als in justitieel opzicht. De schendingen van het
oorlogsrecht stapelen zich op. Minstens 20.000 (!) dode kinderen. Er wordt echter
geen enkele rode lijn getrokken. De wereld kijkt (alweer) toe.
Ondertussen verkondigen sommige van onze politici dat
antisemitisme nu eenmaal in het DNA zit van immigranten die uit bepaalde (lees islamitische)
landen komen. Uh, het was wel de Marokkaanse koning die tegen de nazi’s zei:
‘Wij hebben hier geen joden. Alleen Marokkaanse burgers. Terwijl de Nederlandse
overheid haar joodse inwoners voor een groot deel gewoon uitleverde. Moet ik op
4 mei gaan kijken en luisteren naar politici die ons eigen DNA en geschiedenis gelijk even witwassen terwijl ze toekijken bij
de huidige geschiedenis in wording? Een gotspe.
Terwijl ik dit schrijf is het voedsel in Gaza op… Op 4 mei
herdenken we. Terecht. Maar ‘opdat we nooit vergeten’? ‘Nooit weer’? Nooit weer
hoort voor iedereen te gelden. Als mijn vermoorde overgrootmoeder een graf zou
hebben gehad, zou ze zich erin omdraaien.
Indrukwekkend
BeantwoordenVerwijderenMeesterlijk geschreven...uit het hart.....
BeantwoordenVerwijderenEen een treffende analogie en heftig verhaal. Waar we van kunnen en zouden moeten leren.
BeantwoordenVerwijderen