Naast het Tropenmuseum ligt het Oosterpark. Daar kwam ik als kind bijna dagelijks. Met
mijn moeder eendjes voeren, met mijn vader sleeën en sneeuwballen gooien, of schaatsen op de vijver als die dichtvroor. 's avonds gaan de grote hekken op slot en mijn vader en ik werden zo bijna een keer opgesloten in het park. Niet zo erg in de zomer, maar het was hartje winter en we waren zo druk geweest met sneeuwballen gooien dat we de tijd vergeten waren. Het bruggetje herkende ik en de grote vijver met treurwilgen. Sommige dingen waren weg of veranderd maar de grootste herkenning was het fonteintje om uit te drinken. Stokoud maar het was er nog. Op dat moment was ik weer even zes.
In de Wijttenbachstraat is een stuk uit de rij huizen waar ik woonde afgebroken. Ons huis hoorde daarbij. Toch is de straat nog heel
herkenbaar en de Dappermarkt is ook nog steeds druk bezocht. Ik kon de sfeer nog proeven uit mijn jeugd. Anders was het in de Indische buurt waar ik later woonde. Totaal onherkenbaar! We gingen daar weg omdat ons huis, en de rest, werd afgebroken. Met veel moeite lokaliseerde ik waar onze woning had gestaan. Eerst vond ik de school terug en de kerk en van daaruit wist ik het stratenplan uit mijn herinnering op het huidige te leggen. Ik kon de oude buurt in mijn hoofd zien terwijl ik keek naar de huizen die er totaal niets meer mee hadden. De sfeer van toen voor altijd weg. Het eindpunt van Memory Lane.
Terug naar Brabant waar we als afsluiting heerlijk Surinaams aten bij 'Tante Vonnie'. Al met al was het een mooie dag en snap ik ook beter waarom zoveel mensen op Memory Lane wandelen. Het is meer dan 'even terug'. Het was mooier dan ik dacht. Misschien ga ik nog eens terug.