donderdag 22 oktober 2015

De herberg is nog steeds vol

Vluchtelingen. Het onderwerp is niet van de tv te branden. Hoeveel het er zijn, waar ze zijn, waar ze heen gaan en vooral, waar men ze niet wil hebben. Het is standaard geworden dat er ergens mensen, want dat zijn vluchtelingen, opgevangen moeten worden en een deel van de Nederlandse bevolking te hoop loopt om te protesteren. Gesteund door mensen die helemaal niet uit dat dorp of die stad komen, maar gewoon 'mee komen helpen'.

Net als de afgevaardigde van de PVV die in Veghel waar geen PVV is, komt inspreken op de raadsvergadering over de eventuele opvang van vluchtelingen. "Kom in verzet", zei deze meneer met klem. Niemand luisterde. Gelukkig. "Luister naar uw inwoners", raadde hij aan. Luisteren heeft een nieuwe betekenis in het vluchtelingenvraagstuk. Luisteren doe je alleen naar degenen die 'nee' roepen.

Het laatste droevige voorbeeld was Steenbergen. De enige die vóór de komst van vluchtelingen was in de vergadering over de komst van een AZC, werd het spreken onmogelijk gemaakt. Zij werd uitgejoeld en uitgescholden door dezelfde mensen die hun vrees uitspraken over geweld van de zijde van de asielzoekers. Er heerste een grimmige sfeer en een deel van de schreeuwers kwam ook hier van buiten de gemeente. Het woord asielzoeker heeft ondertussen een negatieve betekenis gekregen, net als allochtoon.

Verzet is ook zo een woord dat opeens een tegengestelde betekenis krijgt. Verzet tegen de komst van vluchtelingen. Verzet dat geuit wordt in woorden, geschreeuw, stenen gooien en schelden. Was verzet ooit niet iets dat men deed om mensen te redden? Redden van degenen die op hen joegen? Iets waarvan we op 4 en 5 mei zeggen: opdat wij niet vergeten? Ik zal het wel verkeerd begrijpen allemaal.

Natuurlijk kunnen sommige dingen anders. Waren de gemeenten allemaal hun verplichting nagekomen de afgelopen jaren, om statushouders te huisvesten, dan hadden we nu geen opvangprobleem, aldus het COA. Dan was er plaats genoeg in de herberg die AZC heet. Er zou nu geen onrust zijn, en de vluchtelingen zouden niet heen en weer gesleept worden. Helaas het is niet zo.

Vluchtelingen. Ze gaan dood als ze thuis blijven. Ze gaan onderweg soms dood en sommige mensen wensen hen dood. Net als de Farizeeërs kijkt een deel van de mensheid toe zonder enig mededogen. Als Pontius Pilatus wast men zijn handen in onschuld, want het is niet ons probleem. Ja, dat ze hier komen, dat is een probleem.

De schreeuwende meute is iets waar ik banger voor ben dan voor de Syrische vluchtelingen. Want kennelijk ontlenen deze schreeuwers een bepaalde status aan hun gedrag. Ze zijn helden! Ze zijn het verzet! Als dit het nieuwe Nederland is begin ik zelf te denken aan vluchten, maar waarheen? De herbergen zijn nog steeds overal vol.


vrijdag 2 oktober 2015

Onze krijgerkater is niet meer

Gizmo is niet meer. Onze sterke geweldige kater overleed op ongeveer 21-jarige leeftijd. Het was maar een kat? Nee echt niet. Gizmo was veel meer. Hij had karakter, gerafelde oren, hij was de baas en de ratten- en muizenvanger van de hele buurt. Dat hij ook wel eens met een vis in zijn bek thuiskwam, uit de vijver van de andere hoek werd getolereerd. 'De volgende keer geef ik hem een hengeltje', zei de buurman olijk, terwijl hij ons een foto overhandigde van onze vissende kat.
Gizmo kwam vanuit het asiel bij ons wonen. Toen nog een jonge snaak van ongeveer vier jaar. Zwart/wit en met grote oren, vandaar zijn naam. De Gremlins waren toen, 1998, nogal in. Als nel bleek dat Gizmo een echte buitenkat was en hij ontwikkelde zich snel tot een grote sterke kater die ontzag afdwong. Katten die hij niet mocht werden zonder pardon de tuin uitgemept en een hond ging hij ook niet uit de weg als het moest. Zijn gerafelde oren getuigden van de vele vechtpartijen, die hij meestal won.
Zijn vrienden koos hij met zorg. Andere katten, die soms mee naar huis kwamen om bij ons te spelen en ook de honden die wij opeenvolgend hadden waren zijn vriendjes. Wel nadat hij duidelijk had gemaakt wie de baas was in huis. Hij dus. Schikte de hond zich daarin dan was alles goed en ging Gizmo ook mee bij het uitlaten. Ook wij hadden de eer tot zijn vriendenkring te behoren. In de winter, als hij dik was plus dik in zijn vacht zat, was hij formidabel. Lekker op de bank of op schoot en wilde je dan opstaan dan zette hij genoeglijk zijn nagel in je been. Gizmo mocht dat. Ik bleef wel zitten. 
Hij wachtte me op als ik van mijn werk kwam en rende naast de fiets mee naar huis. Toen ik mijn been had gekneusd ging hij precies naast de gekneusde plek liggen en gaf likjes en in de
tijd dat ik geen partner had, sliep Gizmo naast me, zijn pootjes om mijn arm. Hij was de liefste en de stoerste. Hij was 'The Boss' en wij als gezin, zijn gewillige dienaren. We kregen het al benauwd bij de gedachte dat hij ooit zou sterven. Toch kwam deze dag natuurlijk. Op 24 september belde mijn zoon dat het niet goed ging. De week ervoor had ik al gemerkt dat Gizmo apart aanhankelijk was, zijn kop op mijn hand legde en steeds trager liep met zijn mager geworden lijf. Mijn man en ik reden snel naar huis waar mijn zoon Gizmo al op een kussen in de wasmand had gelegd met een handdoek over hem heen. De dierenarts was gebeld, dus we reden meteen door. Gizmo was stervende bevestigde zij. Een krijger tot op het laatst. 
Gizmo's dood wordt niet, zoals de dood van de kat van meneer Wilders, over het hele internet getwitterd, al is hij niet minder belangrijk. Hij is ook niet met veel tamtam begraven op het dierenkerkhof dat Midas Dekkers onlangs opende. Gizmo is wel liefdevol begraven in onze achtertuin, naast de seringenboom. Hij was lid van ons gezin en we hielden van hem en missen hem ontzettend. Toen mijn man laatst op de tuinbank zat, kwam een klein muisje tevoorschijn. Gizmo ving ze al een tijdje niet meer, maar zij zijn waarschijnlijk de enigen die niet rouwen om zijn dood.